GEDENKSTENEN HATTEM
Kerkstraat 47
Marinus Gerhard Rorije
Leeftijd: 32
De tragedie van Marinus Gerhard Rorije - Een leven verloren in de laatste dagen van de oorlog
Het is maandag 2 april 1945, Tweede Paasdag. De lente lijkt eindelijk haar intrede te doen na een bittere hongerwinter. Hattem, net als de rest van Nederland, snakt naar vrijheid. De geallieerden zijn in aantocht, en in het oosten van het land worden steeds meer steden bevrijd. De spanning hangt in de lucht; de bevrijding is nabij, maar de dreiging van de bezetter is nog steeds voelbaar.
Dit weekend is de zomertijd ingegaan, waardoor de dagen opeens een uur langer lijken. Na maanden van duisternis voelt deze eerste zonnige lentedag als een nieuw begin. De mensen komen voorzichtig hun huizen uit om de warmte op hun huid te voelen en even de ellende van de oorlog te vergeten. Maar ondanks de vreugde over de naderende bevrijding gelden de strenge Duitse maatregelen nog steeds. De avondklok, ingesteld door de bezetter, schrijft voor dat niemand na 20.00 uur op straat mag zijn.
Marinus Rorije en zijn vrouw Maria de Ruiter wonen met hun twee kinderen tijdelijk in de Kerkstraat. Hun oorspronkelijke huis stond aan de Geldersedijk, een strategisch gelegen weg langs de IJssel, met vrij zicht op de bruggen die de verbinding vormen naar het noorden van Nederland. De bruggen zijn een cruciale schakel in de Duitse verdedigingslinie, en daardoor wordt dit gebied als militair strategisch belangrijk beschouwd. Voor Marinus en zijn gezin was het onmogelijk om daar te blijven wonen. Daarom verhuisden zij naar een leegstaand pand aan de Kerkstraat, dat voorheen toebehoorde aan de ondergedoken Joodse slager Salomon van Gelderen.
Op deze maandag brengt Maria’s zus, Nella de Ruiter, die woont aan de Allee, een bezoek aan het jonge gezin. Er klinken er geweerschoten in de stad in de stad. Angstig en onzeker durft Nella niet alleen naar huis. Wanneer het tien voor acht is, besluit ze vanwege de naderende avondklok toch maar naar huis te gaan. Marinus biedt aan om samen met zijn twee kinderen Riek en Albert een eindje met haar mee te lopen.
Ze lopen tot aan de Nieuwstad, waarna Nella veilig naar huis gaat en Marinus met zijn kinderen terugkeert. Ze haasten zich door de stad; de avondklok is inmiddels net ingegaan. Bij de Grote Kerk ziet Marinus dat zijn vrouw Maria in de verte in de deuropening staat. Ze wenkt hem dringend en roept hem toe dat hij vaart moet maken omdat de landwachters gesignaleerd zijn in de stad.
Op datzelfde moment naderen veldwachter Reeder en landwachter A.C. de Haan vanaf de Markt. De landwacht, die in dienst staat van de Duitse bezetter, heeft de taak om de orde te handhaven en overtreders van de avondklok op te pakken. De sfeer in Hattem is gespannen; landwachters worden gevreesd omdat ze vaak meedogenloos optreden tegen hun eigen landgenoten.
Marinus, zich bewust van het gevaar, tilt zijn dochtertje Riek van drie op de arm om sneller te kunnen lopen. Zijn negenjarige zoon Albert loopt aan de overkant van de straat. Maar dan klinken er schoten.
Marinus wordt in zijn rug geraakt, een tweede schot treft zijn hoofd. Hij zakt in elkaar. Kleine Riek valt op de grond, maar weet zich op te richten en strompelt huilend naar haar moeder. Albert, in paniek, rent ook naar huis.
Voor de groentewinkel van Agterhuis, in de Kerkstraat, ligt Marinus dodelijk gewond. Omstanders durven nauwelijks te reageren; angst en ongeloof houden hen in hun greep. Gemeentearts Mesdag arriveert snel, maar hij kan niets meer voor Marinus doen. Twee uur later, rond half tien ’s avonds, sterft hij aan zijn verwondingen. Marinus Gerhard Rorije werd slechts 32 jaar oud.
De schoten kwamen van landwachter A.C. de Haan, die beweerde dat hij slechts in de lucht had geschoten. Maar meerdere ooggetuigen verklaarden later dat hij wel degelijk gericht op Marinus had gevuurd. Dankzij hun nauwkeurige getuigenissen werd De Haan na de oorlog berecht voor zijn misdaad. In een krantenartikel uit die tijd wordt gesproken over zijn "intens laffe houding in de dagen der bevrijding te Hattem."
De tragische moord op Marinus Rorije is een van de vele voorbeelden van de wreedheden, die in de laatste dagen van de oorlog nog werden begaan. Terwijl Nederland op het punt stond bevrijd te worden, werd een jonge vader van twee kinderen op brute wijze om het leven gebracht, simpelweg omdat hij enkele minuten te laat op straat was.
Achterstraat 24 (3 personen)
Mozes van Gelderen (79 jaar)
Betje van Gelderen-Godschalk (73 jaar)
Salomon van Gelderen (81 jaar)
Achterstraat 37A (4 personen)
Parklaan 18 (4 personen):
Veldweg 9 (1 persoon):
Veldweg 17 (2 personen):
Abraham van Gelder (41 jaar)
Elisabeth van Gelder-Bakker (38 jaar)
Burgemeester van Heemstralaan 1
(2 personen):
Sara Julia Gerson-Lippers (33 jaar)
Ursula Gerson (8 jaar)
van Deldensweg 9 (1 persoon):
Gijsbrecht François Cornelis van den Ende (35 jaar)
Dorpsweg 7 (1 persoon):
Kerkstraat 47 (1 persoon):
Marinus Gerhard Rorije (32 jaar)